3 Carrels (Degenerate Customized Solutions)
Met trots presenteert Zeno X Gallery een nieuwe solotentoonstelling met Anne-Mie Van Kerckhoven (°1951, Antwerpen), ‘de koningin van the Underground’, zoals Rudy Vandendaele haar mooi omschrijft.
In deze tiende solotentoonstelling bij Zeno X brengt ze nieuwe installaties, video, collages en tekst bijeen zoals alleen zij het kan. We worden meegevoerd in een universum waarin een synergie ontstaat tussen het vrouwelijk lichaam, mystiek en technologie, waarbij vooral het digitale de aandacht krijgt. In haar collages combineert ze beelden en woorden volgens ritmes die zich manifesteren in muziek, het leven en de ziel. De beelden zijn geplukt uit het Amerikaanse tijdschrift Playgirl (1958) en ritmisch bewerkt. Ze manipuleert en transformeert beelden: ze worden gespiegeld, versneden, ze wijzigt de kleuren en maakt digitale aantekeningen. Vervolgens construeert ze zowel horizontaal als verticaal collages, waarbij de verf dienst doet als bindmiddel. Tijdens dit proces verwerkt ze muzikale strategieën van de Poolse componist Karol Szymanowski (1982- 1937) en teksten van de mystica Marguerite Porete (1250-1310) en de filosoof Henri Lefebvre (1901-1991). De woorden begeleiden de beelden en vormen een trialoog die gedirigeerd wordt door een vierde aanwezige, de kunstenaar. Iedere plexiglascollage draagt de titel van een hoofdstuk uit het bijzondere boek Le Miroir des âmes simples et anéanties van Marguerite Porete, met wie Anne-Mie Van Kerckhoven zich vereenzelvigt. Haar nieuwe video Een fontein van Aréthuse is een visuele herinterpretatie van een kortfilm van Dimitri Kirsanoff (1936) op muziek van Szymanowski.
De twee ruimtes in de tentoonstelling worden geritmeerd door drie Carrels, rijdende studeerkamers, die een Enigma, Colossus en Connection Machine verbeelden. Deze constructies bepaalden in sterke mate de oorlogen van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Ze konden boodschappen coderen en decoderen om onderlinge communicatie veilig te stellen. Maar het mechanisme werd ontrafeld door de vijand en werd een wapen tegen zichzelf. De carrels zijn machines voor rust en concentratie, machines om vrij in na te denken. Ze herinneren aan de prachtige kunstkabinetten van weleer, ruimtes waarin men zich ook terugtrekt om de wereld te overzien en te bewonderen. Tegelijkertijd zijn ze een vehikel om brute digitale informatie om te zetten in menselijke kennis. Elke carrel staat voor een ontwikkeling in de digitale revolutie, maar ook voor een fase in het leven. Enigma, een Duitse cijfermachine die zijn oorsprong vindt in de jaren twintig, kleurt granaatrood als verwijzing naar de vrouw, de vruchtbaarheid en seksualiteit. De heliotroop paarse kern is de laatste kleur van het spectrum dat het menselijk oog kan onderscheiden van infrarood en symboliseert macht en geloof. De rug draagt een collage met rechts een Arabische ster die meditatie en eenheid stimuleert. Het is een patriarchaal symbool dat Van Kerckhoven universeler maakt door er een versie in cirkelvorm aan toe te voegen. Het mannelijke is ook in de andere afbeeldingen het centrale onderwerp. Linksboven is er de vagina dentata, in dit geval een vrouw met gespreide benenparen die de angst voor de allesverslindende vagina verbeeldt. Daaronder wordt een jongenskamer voorgesteld als een prehistorische grot, de plek waar een jongen op rituele wijze man werd. De tweede carrel, Colossus, is geïnspireerd op een decoderingsapparaat dat door de Engelsen tijdens WO II ingezet werd en een eerste machine was dat kon geprogrammeerd worden. De structuur van deze carrel is geschilderd in gris de Versaille en fragmenteert een reproductie van een bourgeoisinterieur van een Parijse verzamelaar. De paarse en zwarte kleur ondersteunen de decadentie en twijfel van het systeem dat hier wordt belicht. Het kapitalisme vreet zichzelf aan. Een moment van bewustwording is aangebroken. Connection Machine bekent geen kleur, is nog niet gedefinieerd en staat voor het heden. De donkeroranje plexiglasplaat is transparant – er is een voorzichtig optimisme wat betreft de toekomst. Zo belanden we bij de eerste Amerikaanse parallelle dataverwerkingsunit uit de jaren tachtig.
De ontwikkeling van mens en technologie zijn voor Anne-Mie Van Kerckhoven onlosmakelijk met elkaar verbonden en zeker niet nefast. De technologie is een noodzaak om te kunnen omgaan met de complexiteit van een voortdurend ontwikkelende maatschappij. Het is een probleemoplossend mechanisme dat vanzelfsprekend gevaren in zich heeft. Reeds op jonge leeftijd voelde ze een bijzondere affiniteit met toekomstgerichte materialen zoals plastic en andere synthetische stoffen en ontwikkelde ze een fascinatie voor artificiële intelligentie. De blik van Anne-Mie Van Kerckhoven is gefragmenteerd en niet te vatten in tijd en ruimte. Ze houdt er van om andermans systemen en structuren creatief te hergebruiken en analyseert daarbij luxe, decadentie en theoretisering. Op een associatieve en ritmische wijze creëert ze nieuwe beelden waarin het oog en de geest kunnen ronddwalen. De geduldige en nieuwsgierige kijker wacht een ontdekking, openbaring of moment van reflectie. Anne-Mie Van Kerckhoven is niet enkel bekend voor haar beeldend werk, maar ook als lid van Club Moral, een noise band die ze in de jaren tachtig oprichtte samen met haar man Danny Devos. Mauro Pawlowski en Aldo Struyf vervoegden inmiddels de vaste kern. Naar aanleiding van haar tentoonstelling In a Saturnian World in de Renaissance Society in Chicago (US) hebben ze daar in 2011 opgetreden.
Deze tentoonstelling reisde nadien naar Mu.ZEE in Oostende (BE). Eerder werd Anne-Mie Van Kerckhoven uitgenodigd voor solotentoonstellingen in onder meer de FRAC Pays de la Loire in Carquefou (FR), in de Kunsthalle Nürnberg (DE), Wiels in Brussel (BE), het Kunstmuseum Luzern (CH), het Neuer Aachener Kunstverein (DE) en het M HKA BE). Haar werk was te zien op groepstentoonstellingen in de Fondazione Sandretto Re Rebaudengo in Turijn (IT), het MARTa Herford (DE), La galerie, Centre d’art Contemporain in Noisy-le-Sec (FR), het ICA in Philadelphia (US), het S.M.A.K. in Gent (BE), de Kunsthalle in Bern (CH), het Museum M in Leuven (BE), het Museum Abteilberg in Mönchengladbach (DE), het National Museum of Singapore (SGP), het Shangai Art Museum (CN) en op vele andere plaatsen. Werken van de Antwerpse kunstenares zijn te zien in diverse museale collecties: het S.M.A.K. in Gent (BE), het M HKA in Antwerpen (BE), Mu.ZEE in Oostende (BE), de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de FRAC Pays de la Loire (FR), University of Chicago (US) en het Muzeum Sztuki in Lodz (PL). (Benedicte Goesaert, met dank aan Leen Huet)