Love Shack
Anne-Mie Van Kerckhoven tekent elke dag. De ongedwongen aard van haar tekeningen wordt aangevuld met de methodische, chronologische database waarin ze deze bewaart. Haar archieven beginnen in 1972 en eindigen met het werk van gisteren.
Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, was Anne-Mie Van Kerckhoven zestig en vol van de twijfel die een kunstenaar kan bezielen als gevolg van de late middelbare leeftijd. Ze vond de dingen die ze kende en ook datgene wat haar geest haar handen had doen maken, saai. Ze wilde niet meer werken zoals ze dat vroeger had gedaan, maar aangezien enkel werken haar intellectuele turbulentie kon indijken — laat staan haar intensiviteit kon beginnen uitputten — zou niet werken Het Einde betekenen. Tekenen monopoliseerde net genoeg van haar wanhoop om het mysterie van haarzelf te zijn om te vormen tot iets waarmee ze soms zelf kon lachen, maar de wanhoop neutraliseerde het mysterie nooit volledig. Dat was niet de bedoeling. Het ligt aan haar om het mysterie niet te doen verdwijnen met haar tekeningen, maar om het intensiever te maken.
Het is de stem van deze tekeningen die mij op mijn plaats houdt. Het is de manier waarop ze haar geest lijken te herbergen of ze zijn de essentiële middelen waarmee ze communiceert. Wanneer ze tekent is ze direct, onbereikbaar en bereid om dat soort geest dat ze heeft wanneer er geen rationaliteit en doelgerichtheid aanwezig zijn, vorm te geven. Het is eigenlijk een manier voor haar om haar circuits open te houden, een manier van denken. Deze mentale tegenwoordigheid die ons omringt en lawaai maakt, is moeilijk vast te leggen in kunst, maar soms zijn deze tekeningen zelf gedachten.
De onderwerpen van haar gedachten zijn bijna middeleeuws. Wat is een zelf? Een persoon? Een ding? Deze mysteries, de onherleidbaarste en verleidelijkste van alle mysteries, kunnen des te meer verbijsterend zijn wanneer ze in cartoons gebracht worden door een volwassene en doordrenkt zijn met wat er voor ons gedroomd is door wetenschappers en filosofen voor wie Van Kerckhoven in de kantlijnen van haar tekeningen overpeinzingen maakt. Daar citeert ze een brede waaier van onderwerpen van wetenschappelijke teksten over thermodynamica of kunstmatige intelligentie tot de vroege werken van het surrealisme of de occulte bewegingen. Voor Van Kerckhoven hebben deze wisselende manieren om de wereld te begrijpen dezelfde waarde in het afbeelden van de standvastige vastberadenheid van de menselijke geest om zinvol te zijn, ongeacht of de methoden empirisch of intuïtief, bekrachtigd of monsterlijk zijn.
Hoe bewust en rationeel en beheerst kan dit allemaal zijn? Kan het geoorloofd zijn om dit niet te zijn? In het tekenen zit er iets dieps, obscuurs en krachtigs dat noch uitgelegd, noch genegeerd kan worden. Bestaat er een vorm die directer en archaïscher is? Volgens mij niet. Er zit ook een kiem van opstandigheid in; tekenen blijft een van de laatste manieren in onze industriële kunstbranche, waarin een persoon zonder geld nog iets kan maken met zijn eigen handen. Het gevoel van autoriteit dat ik heb wanneer ik zoiets beweer, is ondraaglijk. En bovendien roept het een aantal clichés op. Vergeet het. Anne-Mie heeft het beter gezegd: plezier is een vorm van rebellie.
De tentoonstelling is ontworpen door Anne–Mie Van Kerckhoven en Samyra Moumouh. Het is een uitvergroting van de cabines waarin ze werkt in haar studio in Antwerpen.
Gecureerd door Yale Union.