Niets is natuurlijker
Sinds het midden van de jaren '70 ontwikkelt Anne-Mie Van Kerckhoven een discipline-overschrijdend oeuvre dat tekeningen, teksten, geluiden, video’s en computergegenereerde afbeeldingen combineert. Op diverse tentoonstellingen spelen de verschillende media in op elkaar in de installaties die vroegere en recentere stukken combineren en een nieuwe context geven. Deze evoluerende logica vertaalt heel goed de fascinatie van de kunstenares voor systemen en structuren.
Anne-Mie Van Kerckhoven heeft altijd bijzondere aandacht besteed aan de alomtegenwoordigheid in de media van het beeld van de vrouw. Sommige van haar werken, zoals het project HeadNurse, doen een beroep op een iconografie die ontleend is aan de softporno om stereotypes verbonden aan de noties van macht en seksualiteit te ontmantelen. Algemener strekken haar overpeinzingen zich uit tot de gebieden van de kunst, wetenschap en politiek.
Ze heeft zich vanaf het begin van de jaren '80 laten opmerken door haar uitstappen in het milieu van de wetenschap door aan de zijde van dokter Luc Steels mee te werken in een onderzoekslaboratorium voor artificiële intelligentie. Haar voorliefde voor digitale technologieën en de vrije interacties die ze suggereert tussen het brein, het zenuwstelsel en machines hebben haar een unieke plaats in de wereld van de hedendaagse kunst gegeven. Er vloeit een heterogene esthetiek uit die haar oeuvre moeilijk te classificeren maakt.
De Philosophical rooms, begonnen in 1998, verschijnen steeds weer in diverse projecten. Deze “low-tech” interieurs verkennen de ruimte en de beeldvorming die geopend worden door de technologie. Elk interieur formaliseert hoe de kunstenaar de gedachte van een filosoof opneemt. Hun visueel aspect en compositie variëren naargelang de impact van de theorie. In tegenstelling tot wat het gebruik van de computer zou kunnen laten denken beperkt het werk van Anne-Mie Van Kerckhoven zich niet tot een gerationaliseerde en conceptuele handeling, maar berust op haar eigen ervaring en verstrengelt in een en dezelfde blik het collectieve en het persoonlijke.
Hoewel ze al meer dan dertig jaar aan de grondslag liggen van haar werk, werden de tekeningen van Anne-Mie Van Kerckhoven lang als secondair beschouwd. De openlijk impulsieve en onlogische manier waarop ze gemaakt zijn doen denken aan een “intiem dagboek” dat haar bezorgdheden katalyseert. De opeenstapeling van tekens en voorstellingen, de mix van abstractie en verbeelding die men erin terugvindt, herinneren aan de automatische surrealistische technieken. Als een soort voortreffelijke kadavers, rebussen of condensaties openen ze zich op verschillende bewustzijnsniveaus en geven de vrije loop aan een ongebreidelde en ongecensureerde fantasie.
Ook al hebben kunstcritici Anne-Mie Van Kerckhoven vaak gelijkgesteld aan de cyberfeministische beweging, is de non-conformistische toon van haar werk verankerd in een contraculturele kritische houding. De utopische dimensie die hij omvat, de fascinatie van de artiest voor technologie en doe-het-zelven onthult een afwijzing van de normalisatie en een verlangen om de onderliggende ideologieën af te tasten. De stukken zelf spelen in op een repertoire dat ver staat van de esthetische normen van de postmoderniteit. De verzadigde en schreeuwerige composities en de ontleningen aan de grafische stijl van undergroundstrips weerkaatsen zonder omweg de overgang in de jaren '70 en '80 van het psychedelisme naar de punkbeweging. Een tijdperk waarin de kunstenares zich toonde in de alternatieve Antwerpse scène door samen met Danny Devos de groep Club Moral op te richten.