Anne-Mie Van Kerckhoven (ook bekend als AMVK) is een kunstenaar van een bijzondere complexiteit. Ze is geboren in 1951 in Antwerpen, waar ze nog steeds woont en werkt. Sinds de jaren 1970 is ze actief als beeldend kunstenaar, grafisch ontwerper en performer. Ze is altijd een pionier geweest – een vrouwelijke, collaboratieve, bedachtzame voorloper in een door mannen gedomineerde, marktgerichte, visueel geobsedeerde kunstenwereld – en zou daarom als een kunstenaar voor de toekomst moeten worden beschouwd. De praktijk van AMVK is werkelijk interdisciplinair. 

M HKA wil Anne-Mie Van Kerckhoven voorstellen aan een breder publiek als een innovator van vormen en vertolker van stemmingen – als zuurstof van de hele samenleving. 

What Would I Do in Orbit?

(c)image: Museum Abteiberg
13 November - 22 January 2017
Museum Abteiberg, Museum Abteiberg, Mönchengladbach

De impact van mediatisering, digitalisering, technologie, wetenschap en de denkbeeldige werelden van kunstmatige intelligentie op ons modern ego zijn lang een essentieel onderwerp geweest in het werk van performer en muzikant Anne-Mie Van Kerckhoven (b. 1951). Haar rijke multimedia-oeuvre vermengt zelfbezinning, complexe interdisciplinaire theorieën, oud mysticisme, nieuwe onderzoeksvelden en strekt zich uit over ongeveer 40 jaar artistieke productie.

Anne-Mie Van Kerckhovens werk gaat over een menselijk brein dat zich de doordringende complexiteit en absurde tegenstellingen van de 20e eeuw snel eigen maakte: het fenomeen van filmmontagemanipulaties, indoctrinatie via beelden die uitgroeiden tot artistieke collages en fenomenen van de zogenaamde “huidige tijd” die kwetsen. Het brein behandelt het onbewuste en het onderbewuste en graaft hiervoor in private gedachten en de evolutie van het denken zoals opgeroepen of gevisualiseerd in de vorm van tekeningen, diagrammen, gewijzigde foto’s en teksten. Van Kerckhovens esthetiek voelt telkens op nieuw tijdloos en relevant aan en onthult zich als een weinig bekende voorloper van andere trends die vandaag gebruikelijk zijn in de kunst: het parallelle bestaan en de combineerbaarheid van analoge en digitale artistieke media is een eigenschap van haar werk sinds het begin van de jaren 80.

De artieste uit Antwerpen studeerde grafisch design in de jaren 70 terwijl ze op haar eentje filosofische en wetenschappelijke theorieën ontdekte. Haar oeuvre begon met tekenen als het eerste medium – het medium dat ze op dat moment het meest in verband bracht met de voordelen van gemakkelijke communicatie en reproduceerbaarheid / verspreiding – en breidde de volgende jaren steeds verder uit. Het werd een instrument voor multimedia, ruimtelijke en cinematische weergaves van gedachtes, emoties en innerlijke werelden. Aan het begin van de jaren 80 begon ze een nauwe samenwerking met neurowetenschapper Luc Steels en zijn Artificial Intelligence Laboratory (Brussel, nu Parijs) en creëerde ze visuele talen die de wereld werden ingestuurd via wetenschappelijke beelden: diagrammen, getekende animatie en tekst-/beeldschema’s.

Haar werkwijze is historisch geworteld in de tegenculturen punk, feminisme en de typische anti-academische opvatting van haar generatie waarin de esthetiek van pop en trash in de kijker werd gezet als een middel voor ontzettend complexe inhoud en nieuwe intellectuele en artistieke structuren:

In die periode las ik gelijktijdig De Sade en Wittgenstein in combinatie met wetenschappelijke tijdschriften. De uitleg van mijn werk werd een tweede versie van mijn werk. En mijn eigen brein werd het onderwerp van mijn kunst. De impulsen die me ertoe leidden dingen te doen, groeiden uit tot een van mijn belangrijkste interesses. Invloed, vastberadenheid, lot, sociale aspecten, moraal – alles dat een drijfveer was voor de handelingen van mensen gebruikte ik als inspiratie. Ik begon beelden uit de massamedia te gebruiken als een tegenbalans voor mijn eigen beelden. Ik verzamelde elk magazine dat ik me kon veroorloven en gebruikte de hele ‘oppervlakkigheid’ om op zoek te gaan naar structuren, lijnen en systemen onder het oppervlak.”

 (uit: Anne-Mie Van Kerckhoven,(Das Abstrakte ist keine sexuelle Stimulanz,1995)
 

Anne-Mie Van Kerckhovens werk gaat van het huidige fenomeen van overdreven zelfbespiegeling (onder meer alomtegenwoordig in het medium “selfies”) terug naar de hachelijke toestand van het denken dat, in zekere zin, “onder het oppervlak” van onze geïdealiseerde en verlangde portretten schuilt. Van Kerckhovens “futuristische” opvattingen uit de jaren 70 en 80 – waardeloos, gebroken, maar constant op de uitkijk voor futuristische beelden (AMVK: Het waren “fantasieën over de toekomst”; het opslorpen van scifi-esthetiek van de jaren 60 in de jaren 80) - vormt een interessante relatie met de afbeelding van de toekomst voorgesteld in de huidige artistieke beelden en tekstwerelden. De titelquote “What would I Do in Orbit?” verwijst naar Anne-Mie Van Kerckhovens jeugd in de jaren 60 (afbeelding boven: Brigitte Bardot op een vliegtuig ca. 1964) en haar vroege artistieke jaren rond 1980 (=Basic), een periode gekenmerkt door begrippen als ontsnapping, vrijheid en zelfonderzoek (De werktitel was de beschrijvende naam: “What Would Y o u Do …”, de reflexieve tentoonstellingstitel (What Would I Do …”).

In het Museum Abteiberg houdt Anne-Mie Van Kerckhoven een tentoonstelling met speciaal gebouwde muren en structuren met opgehangen foto’s. Werken uit elke fase van haar artistieke productie worden gerangschikt in 12 voorziene hoofdstukken (niveaus van uitdrukking) die verbanden leggen tussen haar oudste en nieuwste werken en die diverse materialen als schilderijen, tekeningen, collages, beeldhouwwerken, folies, fluorescerende kleuren, Xerox-technologie en computeranimatie samenvoegen met een cinematisch geanimeerd werk aan de basis van elk van die materialen. De ruimtelijke architectuur wordt een abstracte installatie van de innerlijke gedachte. De tentoonstelling organiseert ook evenementen met uitgenodigde gasten en zet drie verschillende domeinen van onderzoek in de kijker. Anne-Mie Van Kerckhoven zal er verschijnen met performance-artiest Danny Devos in een concert met “Club Moral”, haar performanceband die sinds 1984 actief is. Neurowetenschapper Luc Steels, directeur van het  Artificial Intelligence Laboratory, komt een lezing geven over interdisciplinaire discussie, net als de Belgische feministisch theoreticus en activiste Marthe Van Dessel. De data voor deze evenementen worden in de volgende weken bekendgemaakt.

Anne-Mie Van Kerckhovens werk werd al heel wat jaren geleden tentoongesteld in ICC Antwerpen, Künstlerhaus Hamburg, the Los Angeles County Museum of Art (LACMA) en vele galerijen en tentoonstellingsruimtes van artiesten. Solotentoonstellingen sinds 2000 vinden we onder meer terug in het NAK Neuer Aachener Kunstverein en in de Kunsthalle Bern (2004/05), WIELS in Brussel (2008), Kunsthalle Nürnberg (2009), de Renaissance Society in Chicago (2011) en Kunstverein München (2015). Van Kerckhoven leefde een jaar in Berlijn met een DAAD-beurs in 2006/07 en stelde tentoon tijdens Manifesta 7 Trento/Rovereto/Bozen in 2008. Andere projecten in 2016 vinden we onder meer in Zeno X Gallery, Antwerpen, “Pseudo-Fourier” tijdens Solo Shows São Paulo, Brazilië, en de Biennale de Rennes.

Deze tentoonstelling komt tot stand in samenwerking met het Kunstverein Hannover (18 maart tot 14 mei 2017) en het MHKA Antwerpen (lente 2018). Ze werd mogelijk gemaakt met de genereuze steun van het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van Vlaanderen, de Kunststiftung NRW (Kunststichting van Noordrijn-Westfalen) en de Hans Fries-stichting.

Chapter 1: Parallellisms: disciplines / comfort
Chapter 2: Evil and enternainment / Gnosis Games / Process, forking
Chapter 3: Systems and life / Words, signs, symbols / Unflat concurrent prologs / Relations, facts, rules
Chapter 4: Coupling, the world and the others / Connectivity / Pure flat concurrents
Chapter 5: Faces, digitalism, religion and time / Pentagram / Generalized ordering and its applications
Chapter 6: Intelligence, processing, building / Absorber: the I as substitute
Chapter 7: Faces, fate / Magic force / Concept hierarchies / Multiple classification
Chapter 8: Numbers, alchemy / Realization / Sensible strategy and subsets of matching patterns
Chapter 9: Numbers, fate and place / Initiation / Forbidden values / Clash of rules
Chapter 10: Mysticism and digitalis / Principle / Event evaluators / Retreiver Mechanisms
Chapter 11: Blind spreading / Human / Risk takers / Cowboys
Chapter 12: Architectures of reflexion / Soul / Towards object-oriented circular interpretations

Items